De onderzoeken zijn in 2005 gestart en vonden in overleg met de KNVB plaats. Aanleiding voor de onderzoeken was onder meer de mogelijk oneerlijke concurrentie tussen de amateurclubs onderling en tussen amateur- en betaald voetbal. Een belangrijk doel van de onderzoeken is de verbetering op administratief en belastingterrein bij de clubs.
Grote financiële belangen
De financiële belangen in de hoofdklasse zijn relatief groot. Sommige clubs zijn vergelijkbaar met het niveau van clubs in de Jupiler League in het betaald voetbal. De ontwikkeling van een club naar dat niveau gaat soms sneller dan de ontwikkeling op bestuurlijk niveau. Na de eerste bevindingen heeft de Belastingdienst de clubs voorgelicht over de meest voorkomende fiscale aspecten op het terrein van de loon- en omzetbelasting. Deze voorlichting zal vanaf het najaar van 2009 in samenwerking met de KNVB ook aan de voetbalclubs in de lagere klassen worden aangeboden.
‘Correcties’
Veruit de meeste correcties in de loonbelasting hebben betrekking op betalingen aan spelers. Als een betaling geen onkostenvergoeding maar een beloning is voor de werkzaamheden als speler, is in de meeste gevallen sprake van een dienstbetrekking en moet de club loonbelasting inhouden.
De correcties omzetbelasting hebben veelal betrekking op het zogeheten gemengde ondernemerschap van de voetbalclub. Een voetbalclub is een gemengde ondernemer omdat over het gelegenheid geven tot sportbeoefening geen omzetbelasting hoeft te worden afgedragen, maar wel over activiteiten als de exploitatie van de kantine (als deze omzet een bepaald bedrag te boven gaat), reclame en de verkoop van toegangskaartjes. De clubs hebben van de Belastingdienst richtlijnen voor de splitsing ontvangen, zodat deze voortaan op de juiste wijze plaatsvindt.
Over de eindresultaten gaan de KNVB en de Landelijke Doelgroep Sport van de Belastingdienst in gesprek om te zien of de voorlichting en begeleiding van de voetbalclubs verder kan worden ontwikkeld.