Stamrechten

Met stamrechten kan inkomensuitstel worden gerealiseerd; de fiscus heeft over de voorwaarden waaronder dat kan enkele standpunten geformuleerd.

Stamrechten

 

 

Met stamrechten kan inkomensuitstel worden gerealiseerd; de fiscus heeft over de voorwaarden waaronder dat kan enkele standpunten geformuleerd. Hieronder gaan wij daar op in.

In de praktijk komt het regelmatig voor dat een werkgever aan een ontslagen werknemer bij wijze van schadevergoeding een stamrecht toekent. Een stamrecht is een aanspraak op periodieke uitkeringen die is toegekend ter vervanging van gederfd of nog te derven loon. Onder voorwaarden wordt deze aanspraak niet tot het loon van de werknemer gerekend. Daar staat tegenover dat de uitkeringen die uit de aanspraak voortvloeien wel als belastbaar loon uit vroegere dienstbetrekking worden aangemerkt. Dit wordt ook wel de ‘omkeerregel’ genoemd. Een belangrijke voorwaarde voor toepassing van deze regel is dat de aanspraak voorziet in periodieke uitkeringen die niet later ingaan dan in het jaar waarin de werknemer de leeftijd van 65 jaar bereikt, of in periodieke uitkeringen die bij het overlijden van de werknemer ingaan en die toekomen aan zijn echtgenoot, zijn partner met wie hij een gezamenlijke huishouding heeft gevoerd, of zijn jonger dan 30-jarige kinderen.

Een stamrecht kan op diverse manieren worden vormgegeven. De werkgever kan op grond van een stamrechtovereenkomst met de werknemer bijvoorbeeld een bedrag afstorten bij een professionele levensverzekeraar. Sinds 1 januari 2010 mag de werkgever het bedrag eveneens overmaken naar een geblokkeerde stamrechtspaarrekening van de werknemer bij een financiële instelling die in Nederland het bankbedrijf mag uitoefenen, of naar een beheerder van een in Nederland toegelaten beleggingsinstelling, waarbij de werknemer (geblokkeerde) deelnemingsrechten in die beleggingsinstelling verkrijgt (een zogenoemd stamrechtbeleggingsrecht).

Publicatie belastingdienst

 

Naar aanleiding van vragen uit de praktijk heeft de kennisgroep pensioenen van de belastingdienst (hierna: de kennisgroep) op 7 december 2010 de “Handreiking gederfd of te derven loon” gepubliceerd. Deze handreiking is een weergave van het standpunt van de belastingdienst met betrekking tot stamrechten en heeft zowel betrekking op stamrechten die werkgever en werknemer overeenkomen in individuele gevallen van ontslag, als op stamrechten die aan werknemers worden toegekend in het kader van een reorganisatie, sociaal plan, of collectief ontslag. Hierna gaan wij kort in op de inhoud van voornoemde publicatie. Daarbij besteden we uitsluitend aandacht aan een stamrecht wegens te derven loon.

Een stamrecht dat wegens te derven loon wordt toegekend, moet dienen ter compensatie van het loon dat bij een normale voortzetting van de dienstbetrekking zou zijn genoten tot aan het reguliere einde daarvan. De vergoeding bestaat in de praktijk vaak uit twee componenten: een vergoeding voor inkomensschade en pensioenschade. Voor wat betreft de inkomensschade wordt aangesloten bij het te derven bruto loon (en dus niet bij het belastbare loon voor de heffing van loonbelasting). De pensioenschade bestaat uit het wegvallen van de werkgeverspremies voor alle oudedagsvoorzieningen van de werknemer tot aan de reguliere pensioendatum. Subjectieve factoren aan de zijde van de werknemer worden bij de berekening van de omvang het te derven loon buiten beschouwing gelaten. Zo wordt bijvoorbeeld geen rekening gehouden met loon uit een nieuwe dienstbetrekking van de werknemer. Partijen hoeven de ontslagvergoeding niet uitdrukkelijk te baseren op een exacte berekening van de inkomens- en pensioenschade. De vergoeding mag echter niet uitgaan boven dit bedrag (de zogenoemde stamrechtruimte).

Van te derven loon is volgens de kennisgroep geen sprake over de periode die is gelegen na de reguliere ingangsdatum van een ouderdomsvoorziening, zoals VUT, prepensioen, vroegpensioen, of ouderdomspensioen. Met betrekking tot deze periode kan dus geen stamrecht worden bedongen. Wel is het mogelijk om een stamrecht dat is toegekend over een periode die gelegen is vóór de reguliere pensioendatum, pas op 65-jarige leeftijd te laten ingaan. Daardoor kan een stamrecht feitelijk toch als aanvulling op een oudedagsvoorziening worden gebruikt. De kennisgroep wijst er echter op dat de oudedagsvoorziening van de werknemers voorafgaande aan hun ontslag ook (binnen de wettelijke kaders) kan worden verbeterd door het afsluiten van een aanvullende pensioenovereenkomst, door inkoop van dienstjaren, of door (tijdelijke) voortzetting van de pensioenopbouw na ontslag.

 

  

Auteur: paulvanreen

Indien u op zoek bent naar een professionele en flexibele oplossing voor de administratie van uw bedrijf, bent u bij VRS Consultancy aan het juiste adres. Wij kunnen u als gevolg van een gedegen niveau in combinatie met jarenlange ervaring als freelance administrateur ondersteunen in diverse situaties.