Op 1 april 2009 werd de regeling voor deeltijd-WW geïntroduceerd om vakkrachten bij bedrijven te behouden die anders door de crisis zouden worden ontslagen. De regeling sloot op 23 juni 2009 omdat het maximumbedrag voor deeltijd-WW was bereikt. Donner scherpt de regels aan na een evaluatie over deze periode. Hieruit bleek dat veel bedrijven deeltijd-WW aanvroegen voor het overgrote deel van hun personeel. De regeling kan dan maar door weinig bedrijven worden gebruikt.
Aanpassing
Bedrijven kunnen zelf bepalen in welke mate zij deeltijd-WW nodig hebben en voor welk deel van hun personeel. Wel moeten zij de werktijd van hun werknemers met minimaal 20% verkorten en van plan zijn de regeling minimaal zes maanden te gebruiken. Hoe meer werknemers een bedrijf in de deeltijd-WW plaatst, hoe korter de uitkering duurt:
- meer dan 60% van de werknemers: 9 maanden;
- tussen 30 en 60%: 12 maanden;
- minder dan 30%: 15 maanden.
Ook gaat de verlenging niet meer in periodes van zes maanden, maar in drie maanden.
Fraude
Ook de regels tegen fraude worden strenger. Als fraude wordt geconstateerd, wordt de deeltijd-WW voor het hele bedrijf stopgezet en moeten alle uitkeringen worden terugbetaald. Dat geldt ook voor de uitkeringen die terecht zijn ontvangen. De werknemer betaalt de uitkering terug waarvan vaststaat dat die onterecht is verkregen. De werkgever moet alle overige uitkeringen terugbetalen.
Scholing
Bedrijven kunnen geen verlenging van de deeltijd-WW meer krijgen, als niet duidelijk is dat de deeltijders ook echt scholing (gaan) krijgen. Bij onjuiste opgave van scholing geldt ook de frauderegeling. Verder mogen de deeltijders in het bedrijf scholing gaan geven aan stagiairs en werknemers die korter dan een jaar in dienst zijn.