De Jager komt DGA tegemoet

Voor DGA’s wordt het vanaf volgend jaar fiscaal aantrekkelijker om een aandelenpakket in hun onderneming bij leven door te schuiven naar hun opvolger. In het huidige belastingregime wordt vaak nog gewacht met de bedrijfsopvolging totdat de ondernemer overleden is.

Voor DGA’s wordt het vanaf volgend jaar fiscaal aantrekkelijker om een aandelenpakket in hun onderneming bij leven door te schuiven naar hun opvolger. In het huidige belastingregime wordt vaak nog gewacht met de bedrijfsopvolging totdat de ondernemer overleden is.

 

De reden voor deze wijziging is volgens Staatssecretaris Jan Kees de Jager (Financiën) dat een belastingclaim nu vaak nog een hindernis vormt bij de bedrijfsopvolging. Op deze manier wordt die nodeloos uitgesteld, en dit wil de Jager niet meer.
 
Doorschuiffaciliteit
Er ontstaat zowel een doorschuiffaciliteit voor een schenking als voor een vererving van een aanmerkelijk belang (meer dan 5 procent van de aandelen). Het gaat hierbij niet alleen meer om een overdracht binnen de familiekring.
 
Verzachtende maatregelen
Verder wil de staatssecretaris in het Belastingplan van 2010 ‘verzachtende maatregelen’ nemen voor dga’s die privévermogen in hun onderneming steken. Ook past hij voor dga’s die nauwelijks salaris ontvangen, de loon- en inkomstenbelasting aan. Nu wordt er bij de heffing nog van uitgegaan dat deze ondernemers een marktconform loon ontvangen. Deze zogeheten gebruikelijkloonregeling is vanaf 2010 niet meer van toepassing, als het salaris niet hoger is dan 5000 euro per jaar
 
In Nederland zijn ruim 200.000 dga’s. Dat komt neer op ongeveer een op de vijf ondernemers.

> Lees de notitie ‘Fiscale positie directeur-grootaandeelhouder’

Bron: ANP

Management fee geen basis voor fictief loon

In principe wordt het fictief loon van een dga die enig werknemer is van zijn bv en waarbij de opbrengsten van de bv geheel te danken zijn aan zijn werkzaamheden, bepaald aan de hand van de opbrengsten van de bv. In een zaak voor Hof Den Haag kwam een uitzondering op deze regel aan de orde.

Een dga was enig werknemer van een bv en bezat tevens alle aandelen. Hij werkte voornamelijk voor een dochter van deze bv.

 

In principe wordt het fictief loon van een dga die enig werknemer is van zijn bv en waarbij de opbrengsten van de bv geheel te danken zijn aan zijn werkzaamheden, bepaald aan de hand van de opbrengsten van de bv. In een zaak voor Hof Den Haag kwam een uitzondering op deze regel aan de orde.


Casus

Een dga was enig werknemer van een bv en bezat tevens alle aandelen. Zijn werkzaamheden voor de bv bestonden voornamelijk uit werkzaamheden voor een dochter van deze bv.

Zijn bv ontving daarvoor een managementvergoeding van € 12.000 per jaar. De inspecteur stelde het gebruikelijk loon van de dga over 2002 vast op € 17.329. De dga vond dit te hoog en procedeerde door tot aan het hof. Net als de rechtbank benadrukte het hof dat het fictief loon in het algemeen kan worden bepaald aan de hand van het salaris dat andere werknemers met soortgelijke dienstbetrekkingen verdienen. Echter in een situatie als in deze zaak, waarin de opbrengsten van de bv (nagenoeg) geheel voortvloeien uit de door de dga verrichte arbeid, is het ook mogelijk het fictief loon te berekenen op basis van de opbrengsten van de bv, verminderd met de kosten, lasten en afschrijvingen.

Maatstaf
In deze zaak bestond het resultaat uit de gewone bedrijfsuitoefening van de bv echter voor 85% uit huuropbrengsten waarvan het beheer volledig werd uitbesteed. De dga had hier dus geen enkele bemoeienis mee. Hierdoor konden de opbrengsten van de bv geen goede maatstaf vormen voor de bepaling van de hoogte van het fictief loon van de dga, aldus het hof. Het hof zag ook geen reden om de hoogte van het fictief loon te bepalen aan de hand van de managementvergoeding verminderd met een kostenaftrek. De dga had namelijk niet inzichtelijk gemaakt op welke manier die vergoeding was bepaald. Zo was het onduidelijk of de hoogte daarvan was bepaald aan de hand van het aantal door de dga te werken uren en of het uurloon marktconform was vastgesteld. Het fictief loon werd dan ook niet lager dan € 17.329 vastgesteld.
Bron:
• Hof Den Haag, 8 juli 2008, nr. 07/00015