Tijdelijk versoepeld invorderingsbeleid ondernemers

Met het besluit van 25 mei 2009, nr CPP2009/966M heeft de Staatssecretaris van Financiën een aantal tijdelijke versoepelingen aangebracht in het bestaande invorderingsbeleid.

Met het besluit van 25 mei 2009, nr CPP2009/966M heeft de Staatssecretaris van Financiën een aantal tijdelijke versoepelingen aangebracht in het bestaande invorderingsbeleid. Deze versoepelingen zijn bedoeld voor ondernemers met tijdelijke betalingsproblemen als direct gevolg van de economische crises.

De bedoeling van de maatregelen is om bedrijfseconomisch gezonde bedrijven, die tijdelijke liquiditeitsproblemen hebben (als direct gevolg van de crises), voor een beperkte periode soelaas te bieden voor wat betreft de betaling van hun belastingschulden. De onderneming kan zich gedurende deze periode verder aanpassen aan de door de economische crisis gewijzigde omstandigheden en maatregelen treffen om de ontstane betalingsachterstand weer in te lopen.

De bedoelde tijdelijke versoepelingen betreffen:

  • het uitstel van betaling van belastingschulden;
  • de opschorting van de executiedatum bij beslaglegging bij een ondernemer.

 

In het najaar worden de tijdelijke maatregelen geëvalueerd en het besluit is op 30 mei 2009 in werking getreden.

Een korte toelichting op deze versoepelingen.

 

Uitstel van betaling belastingschulden

In de huidige regeling kan men in aanmerking komen voor uitstel van betaling van een belastingschuld indien de lopende verplichtingen worden nagekomen en men zekerheid stelt voor de volledige belastingschuld. Ondernemers die niet kunnen voldoen aan deze voorwaarden, kunnen eenmalig in aanmerking komen voor onderhavige tijdelijke maatregel.

Uitstel van betaling voor bepaalde tijd kan worden verleend door middel van een door een derde deskundige opgestelde verklaring. Deze verklaring maakt het voor de ontvanger aannemelijk dat het gaat om werkelijk bestaande betalingsproblemen die:

  • het directe gevolg zijn van de economische crises;
  • van tijdelijke aard zijn; en
  • vóór een bepaald tijdstip zullen worden opgelost.

 

Het besluit bevat een model voor een dergelijke verklaring. Aan de derde deskundige worden geen formele eisen gesteld. Dit kan bijvoorbeeld zijn de accountant, een externe adviseur, de bank, etc.

 

Deze derde deskundige is opgevoerd, omdat een besluit tot opschorting van de betalingsverplichting met betrekking tot de door een onderneming verschuldigde belastingen meerdere facetten kent en daarom zorgvuldig en op goede gronden dient te worden genomen. De Belastingdienst moet immers zoveel mogelijk een neutrale positie innemen waar het de binnen het bedrijfsleven bestaande concurrentieverhoudingen betreft. Een belangrijk uitgangspunt en voorwaarde voor toepassing van de maatregel in dat kader is dan ook de betrokkenheid van een derde deskundige. Met deze betrokkenheid is beoogd bij te dragen aan de kwaliteit van de verzoeken waaronder in het bijzonder de objectiviteit van de verstrekte informatie. Een tweede belang van de betrokkenheid van de derde deskundige is gelegen in de kwaliteit en de voortgang van de inhoudelijke behandeling van het verzoek door de Belastingdienst. Dit laatste is ook de reden dat met betrekking tot de inhoud van de verklaring die de derde deskundige moet opstellen een handreiking wordt geboden in de vorm van een voorgeschreven model. Dit is als bijlage bij het besluit gevoegd. De betrokkenheid van de derde deskundige laat overigens onverlet dat de ontvanger volledig verantwoordelijk is voor de beslissing die genomen moet worden en die in dat verband ook eisen kan stellen.

 

Opschorting executiedatum bij beslaglegging

In de huidige regeling is het zo dat de belastingdeurwaarder bij het opmaken van het proces-verbaal van beslag een verkoopdatum vaststelt. Op deze datum vindt de openbare verkoop plaats tussen één en ten hoogste vier maanden na het gelegde beslag, tenzij naar het oordeel van de Ontvanger de onderneming levensvatbaar is en ook goede vooruitzichten bestaan op betaling van de achterstallige belastingschuld in de toekomst.

De tijdelijke versoepeling voorziet in een opheffing van de maximumtermijn van vier maanden en laat de duur van het uitstel tot de verkoopdatum over aan het oordeel van de ontvanger. Alle na het beslag opkomende (lopende) betalingsverplichtingen moeten dan wel stipt worden nagekomen.

 

Zoals gezegd zijn dit tijdelijke maatregelen. Ze zullen worden ingetrokken zodra de economische omstandigheden dit mogelijk maken.

 

[Drs A.T. Valkenburg, PKF Wallast Amsterdam. andorvalkenburg@accountancynieuws.nl]