DEN HAAG – Ook werknemers die ruim voor de pensioenleeftijd stoppen met werken, kunnen aanspraak maken op de zogeheten ‘doorwerkbonus’. Minister Donner van Sociale Zaken voerde de bonus dit jaar juist in om mensen boven de 61 te stimuleren om langer aan het werk te blijven.
Maar door een weeffout in de wet vallen ook werknemers onder de regeling die al met werken zijn gestopt en geld uit hun levensloopregeling krijgen uitgekeerd. Zij blijken in aanmerking te komen voor de doorwerkbonus, hoewel ze hun werkzaamheden hebben gestaakt; officieel zijn zij namelijk nog in dienst bij hun werkgever. De bonus kan oplopen tot bijna 4.600 euro voor een werknemer die op zijn 65ste nog werkt.
Minister Donner erkent het probleem. In antwoord op Kamervragen van D66 liet hij afgelopen najaar weten dat hij de wetgeving daarom wil aanpassen. Volgens een woordvoerder van Donner zal dat rond de zomer gebeuren. Maar een ingewijde zegt dat het lastig is om de wet zodanig te veranderen dat levenslopers erbuiten vallen.
De levensloopregeling werd in 2006 ingevoerd. Werknemers kunnen fiscaal vriendelijk sparen om tijdens hun loopbaan verlof op te kunnen nemen voor bijvoorbeeld een wereldreis, de zorg voor familie of een studie. In de praktijk blijken velen de regeling te gebruiken om eerder te stoppen met werken. In een onderzoek in 2007 zei bijna tweederde van de werknemers boven de 45 dat ze met het gespaarde geld met vroegpensioen zullen gaan.
Uit CBS-cijfers blijkt dat in 2008 280 duizend werknemers voor de levensloop sparen. Als minister Donner niet ingrijpt, krijgen tienduizenden vroeggepensioneerden de bonus.