Donner zet maximering ontslagvergoeding door

Minister Donner (SZW) houdt vast aan zijn uitleg van het akkoord met werkgevers en vakbonden over aftopping van ontslagvergoedingen.

Minister Donner (SZW) houdt vast aan zijn uitleg van het akkoord met werkgevers en vakbonden over aftopping van ontslagvergoedingen.

 

De CDA-bewindsman schrijft donderdag in een brief aan de Tweede Kamer dat hij zijn wetsvoorstel over maximering van gouden handdrukken in overleg met sociale partners alleen heeft “verduidelijkt”.

Volgens het akkoord dat het kabinet, werkgevers en vakbonden in het najaar van 2008 hebben gesloten, wil Donner regelen dat mensen met een jaarinkomen vanaf 75.000 euro maximaal een jaarsalaris meekrijgen bij ontslag. Maar de Kamer had de minister in maart gevraagd opnieuw met sociale partners om tafel te gaan. De vakcentrales FNV en CNV klaagden dat Donner zich niet aan de afspraken hield en hun onderhandelingsvrijheid te veel inperkte.

Volgens Donner moeten rechters straks de maximale vergoeding toekennen, zoals die in de wet komt te staan. Dat geldt ook in de gevallen dat werkgevers en werknemers onderlinge afspraken hebben gemaakt over een hogere gouden handdruk. Dit stuitte de vakbeweging tegen de borst. Maar werkgevers en Donner hebben altijd gezegd dat bij individuele afspraken over ontslag en sociale plannen voor reorganisaties er in principe geen rechter aan te pas komt en dus ook geen problemen worden verwacht.

Wanneer toch een dergelijke zaak wordt voorgelegd aan de rechter kan de werknemer volgens de minister via een civiele procedure alsnog de hogere vergoeding vorderen. In de praktijk vindt volgens hem vaak tijdens dezelfde zitting zowel de ontslag- als de civiele zaak plaats “zodat een en ander snel kan worden kort gesloten”.

(c) ANP 2009 alle rechten voorbehouden

Ontwijk de fiscus bij ontslagvergoeding

Ontslagen en een grote zak geld meegekregen? Je kunt er natuurlijk meteen iets leuks van kopen of het op een spaarrekening zetten, maar de kans is groot dat je eerst nog de helft kwijt bent aan belasting.

Wil je het grootste deel van je vertrekpremie zelf houden, dan zijn er verschillende mogelijkheden. Marius Winter van kantonrechtersformule.nl merkt dat de belangstelling voor het onderwerp toeneemt. Niet alleen vanwege de recessie, maar ook omdat de ontslagvergoeding per 1 januari is versoberd.

Winter, die er onlangs een boekje over schreef: ‘Het grootste nadeel van meteen cashen, is dat je over dat bedrag inkomstenbelasting betaalt, waarbij de vergoeding in het jaar van uitkering bij je inkomen wordt opgeteld.’ Dat betekent dat je, als je 40.000 euro verdient en 20.000 euro vergoeding krijgt, al in de hoogste belastingschaal van 52 procent (die begint bij 54.700 euro) valt. ‘Jongeren nemen dat nog wel eens voor lief en kopen nu eindelijk eens die auto of gaan lekker op vakantie. Dat geldt ook voor mensen die al een nieuwe baan hebben gevonden. Die zien dat geld als een extraatje’, zegt Winter.

Minder belasting
Wie geen zin heeft zoveel belasting te betalen, kan de vertrekpremie soms beter in een lijfrente stoppen – daarbij krijg je bijvoorbeeld elk jaar een bepaald bedrag uitgekeerd. Voordeel is dat je alleen over dat jaarlijkse bedrag belasting betaalt. Nadeel is dat het rigide is: je bepaalt van tevoren hoeveel geld je elk jaar krijgt uitgekeerd.

Bij hoge bedragen kan het de moeite waard zijn alles te stoppen in een zogeheten stamrecht-bv. Die kun je gebruiken om te beleggen of te investeren in een bedrijf en je betaalt pas belasting als jouw stamrecht-bv geld uitkeert. Het voordeel is dat je helemaal zelf kunt bepalen wanneer dat gebeurt en dat je – als die beleggingen tenminste een beetje renderen – vermogen opbouwt. Nadeel is de – eenmalige – kosten van 3.500 tot 4.000 euro. Daarom is zo’n stamrecht-bv vooral boven de 70.000 euro interessant

De kantonrechtersformule: hoe zit het precies?

Sinds 1 januari 2009 is er een nieuwe kantonrechtersformule van kracht. Aan de hand van deze formule wordt de hoogte van de ontslagvergoeding berekend.

Sinds 1 januari 2009 is er een nieuwe kantonrechtersformule van kracht. Aan de hand van deze formule wordt de hoogte van de ontslagvergoeding berekend.

 

Voor de werkgever is het belangrijk goed op de hoogte te zijn van deze formule. Het kan namelijk behoorlijk wat kosten als hij een werknemer wil ontslaan.

De formule bestaat uit drie componenten die met elkaar worden vermenigvuldigd om de hoogte van de ontslagvergoeding te berekenen.

Vergoeding = A x B x C

A is het aantal gewogen dienstjaren van de werknemer.
B is de beloning (brutomaandsalaris).
C is de correctiefactor.

 

Wat is er veranderd op 1 januari 2009?

De kantonrechtersformule is op de volgende punten aangepast:
• wegen van dienstjaren bij het bereken van een vergoeding;
• meer aandacht voor bijzondere omstandigheden;
• meer maatwerk voor werknemers die tegen hun pensioen aan zitten;
• toepassing van de kantonrechtersformule bij korte dienstverbanden.

 

Wegen van dienstjaren bij het bereken van een vergoeding

Voortaan tellen gewerkte jaren op jonge leeftijd minder zwaar mee. Gewerkte jaren op oudere leeftijd tellen nog steeds zwaarder, maar de grenzen verschuiven.
• Een half maandsalaris voor elk gewerkt jaar onder de 35 jaar.
• Eén maandsalaris voor elk gewerkt jaar tussen 35 en 45 jaar.
• Anderhalf maandsalaris voor elk gewerkt jaar tussen 45 en 55 jaar.
• Twee maandsalarissen voor elk gewerkt jaar na 55 jaar.

 

Meer aandacht voor bijzondere omstandigheden

Er is meer ruimte gekomen om te kijken naar bijzondere omstandigheden van het geval. Het zijn juist die bijzondere omstandigheden waar het vaak om gaat in de onderhandelingen tussen werknemer en werkgever en in de rechtszaal.

De werkgever kan de ontslagvergoeding verlagen door de arbeidsmarktpositie van zijn werknemers te verbeteren. Als hij aan de kantonrechter kan aantonen dat hij zijn werknemers bijvoorbeeld regelmatig training of scholing heeft aangeboden, kan de C-factor in zijn voordeel uitvallen.

 

Correctiefactor

De C in de rekensom wordt bepaald door vragen als:
• door wie komt het dat de verhoudingen zijn verstoord;
• is het disfunctioneren aan de werknemer te wijten of aan de werkgever;
• is de werknemer niet gaan re-integreren omdat hij niet wilde of omdat de werkgever onmogelijke eisen stelde;
• heeft de werknemer al een andere baan of heeft hij er een concreet uitzicht op;
• hoe is de arbeidsmarktpositie van de werknemer (leeftijd, opleiding, kwalificaties enzovoort);
• hoe is de financiële positie van de werkgever (kan hij een vergoeding betalen).

 

Meer maatwerk voor werknemers die tegen hun pensioen aan zitten

Volgens de oude aanbeveling is de vergoeding voor een oudere werknemer afgetopt tot het bedrag dat hij verdiend zou hebben als hij tot zijn 65ste had doorgewerkt. Omdat tegenwoordig de pensioenleeftijd nogal kan verschillen, kijken kantonrechters nu bij oudere werknemers naar de leeftijd waarop zij naar verwachting met pensioen zouden zijn gegaan als ze in dienst waren gebleven.

Is het verlies aan inkomsten als gevolg van het ontslag minder dan de vergoeding volgens de kantonrechtersformule, dan wordt de vergoeding gelijk aan het bedrag van de inkomstenderving. De bijzondere omstandigheden (de C in de rekensom) blijven hierbij van belang.

 

Toepassing van de kantonrechtersformule bij korte dienstverbanden

De kantonrechtersformule is voortaan ook van toepassing op korte dienstverbanden. Als er sprake is van een tijdelijke arbeidsovereenkomst zonder tussentijdse mogelijkheid van opzegging, is de vergoeding in principe gelijk aan het salaris over de nog resterende periode. In alle andere gevallen wordt de vergoeding op de normale manier berekend.

 

Bron: Personeel